Marlies zet afval om in zeep!

‘Ik ben Marlies, 31 jaar en ik ben sinds een tijdje onderdeel van het Green Light District. Met mijn bedrijf Nature Bar maak ik natuurlijke zeep en dat doe ik met circulaire kern-ingrediënten. In elke zeep zit een ingrediënt wat ik bij een lokale ondernemer ophaal, zoals bijvoorbeeld koffiedik van de Koffieschenkerij. Ik heb onlangs een subsidie gekregen van de gemeente Amsterdam om onderzoek te doen naar die circulaire reststromen en dan met name voor cosmeticaproducten. De fase 1 is daarvan nu afgerond en ik heb nu een lijst met hele ondernemers in het gebied die er ook echt aan willen meewerken. Zoals de Koffieschenkerij, en brouwerij De Prael waar ik bierbostel vandaan haal. Nu we in kaart hebben gebracht welke reststromen er zijn in de buurt,  ga ik verder met onderzoeken hoe je die ingrediënten het beste kan verwerken.’ 

‘Mijn reis door Latijns-Amerika was echt een eye-opener. In Peru bijvoorbeeld kwam ik oog in oog te staan met de gevolgen van al het afval wat we produceren, want je kon daar op sommige plekken niet eens meer het strand bereiken zonder door een soort vuilnisbelt te moeten lopen. Het was daar heel zichtbaar wat plasticafval en overconsumptie doet met de natuur. Dat is hier veel minder het geval, maar het verdwijnt natuurlijk wel ergens heen. Toen ik thuiskwam stond ik ook wel vaker stil bij hoeveel afval we eigenlijk produceren. Ik heb voor Nature Bar een subsidie van de gemeente gekregen en dat was echt een steun in de rug. Ik merk dat de gemeente Amsterdam er ook wel heel erg mee bezig is en de doelstellingen voor 2050 die ze op dit moment hebben zijn ook wel mega ambitieus. Ze doen ook veel in het Green Light District, maar ik mis soms wel transparantie en openheid van waar ze allemaal mee bezig zijn.’

‘Ik ben nu volgens mij 1 jaar betrokken bij het Green Light District. Vorig jaar augustus werd het Green Light Lab georganiseerd. Er waren toen 5 woensdagmiddagen met een programma en daar heb ik aan deelgenomen. Dat was heel leuk, want toen heb ik echt met Nature Bar gekeken hoe je een goed businessplan maakt. Elke week kwam er dan ook iemand langs om daarover te vertellen. Bijvoorbeeld iemand van de Rabobank die dan vertelde hoe je een financiering zou kunnen regelen. Er kwam ook iemand iets vertellen over de donuteconomie. Zo ben ik eigenlijk in contact gekomen met De Gezonde Stad en Green Light District. Uiteindelijk heeft dat er ook toe geleid dat ik een nieuwe locatie voor Nature Bar had gevonden. Op dit moment heb ik een werkplaats in een pand van de NV Zeedijk op de Oudezijdse Voorburgwal.’

‘Het idee voor Nature Bar bestond al langer en ik was er al een jaar voordat ik meedeed aan Green Light Lab mee bezig. Toen heb ik 6 maanden gebackpackt door Latijns-Amerika, echt een hele mooie reis, en daar is eigenlijk het idee ontstaan. Ik was verliefd geworden op een stukje zeep dat ik daar had gekocht en toen vroeg ik me eigenlijk af: zou ik dat ook zelf kunnen maken? Ik ben toen thuis heel veel gaan experimenteren en heb ook best lang het zeepjes maken als hobby naast mijn vaste baan gedaan. Het volgen van het Green Light Lab was toen voor mij eigenlijk het laatste stootje in de rug. Vanaf toen ben ik het dus echt gaan proberen. 

Ik heb marketing en communicatie gestudeerd. Dat was een best brede studie en ik heb daarna ook best wat banen in dat veld gehad, maar ik had altijd wel het verlangen om iets met mijn handen te maken en dat miste ik ook best wel in mijn huidige baan. Het was een toffe baan, maar je bent eigenlijk de hele tijd bezig zonder dat je uiteindelijk een ‘af’ product hebt. Tijdens het experimenteren kwam ik erachter dat ik het echt super leuk vond om te doen. Het heeft toen voor een tijdje als hobby naast mijn baan bestaan, totdat het ging rollen.

‘Tijdens het Green Light Lab vond ik vooral de sessie over de donuteconomie erg leerzaam, dat was echt één van de leukste. Maar ik vond het vooral gewoon een heel goed idee op zich, dat je met meer mensen daar zit die ook net als jou een creatief en duurzaam concept hebben. Ik heb vooral heel veel gehad aan de feedback onderling en de hulp van Aukje en Juliët. Het was gewoon heel bruikbaar, niet alleen op het gebied van kennis, maar ook voor het netwerk dat je opbouwt. 

Het zeepje dat ik kocht was gemaakt met mandarijn en calendula. Ik was al op zoek naar die calendula. Als kind was ik best een wildebras en mijn moeder gebruikte dan altijd calendula als ik me weer eens had opengehaald. In Mexico, maar ook in veel andere landen in Latijns-Amerika, hebben de mensen veel diepere connectie met de natuur. Dat is eigenlijk ook heel logisch, want als je erachter komt dat een sinaasappel er 18 maanden over doet voordat je hem kan opeten, dan ga je niet alleen het sap gebruiken en de rest weggooien. Dan wil je juist het liefst alles van die vrucht gebruiken. Ik ben ook een tijdje in de Amazone geweest en ik vond het mooi om daar te zien dat alles van een plant werd gebruikt, van de wortel en de schors tot aan de bladeren en vruchten. Het concept van afval was daar dus ook best vreemd en dat heeft me heel erg aan het denken gezet. Wat gooien we eigenlijk veel weg en wie zegt dat een sinaasappelschil afval is? Dat was eigenlijk het vertrekpunt. Sinaasappel is best voor de hand liggend en ook koffiedik is een veel voorkomende en gebruikte reststroom. Ik gebruikte die ook wel, maar ik was ook benieuwd om uit te zoeken wat je nog meer kan gebruiken. Veel vrienden van mij werken in de horeca en die hebben mij ook geholpen met hun ideeën. Ik heb ook nu nog wel een lijst met allerlei ingrediënten waar ik ooit nog iets mee zou willen doen.

Bierbostel is ook best bekend, daar blijft heel veel van over na het brouwen en daar doen ze tegenwoordig ook al best wel bijzondere dingen mee. Je kan er ontbijtgranen van maken en De Prael maakt er bijvoorbeeld koekjes mee. Maar het is dus ook goed voor je haar en zo kwam ik eigenlijk steeds meer achter welke reststromen ik het beste kon gebruiken. Ik heb bijvoorbeeld nu limoengras, maar ook bloemen die worden weggegooid als ze niet meer mooi zijn. Zo heb je heel veel dingen die wij als afval beschouwen, maar die nog best prima gebruikt kunnen worden.’

‘In het begin testte ik eigenlijk voornamelijk door van alles uit te proberen. Ik ben zelf fan van grapefruit en dacht toen, kan ik daar niks mee doen? Daar is toen een zeepje met grapefruit uit ontstaan. Ik liep ook wel bij bedrijven binnen in de keuken waar vrienden van mij werkten om te vragen of ik hun afval mocht meenemen. Inmiddels heb ik veel samenwerkingen en nu Nature Bar steeds meer groeit komt ook steeds meer de vraag hoe je die opschaling aan gaat pakken. Daar zit ik nu een beetje mee. Er is wel genoeg, maar vroeger ging ik gewoon een keer per week of maand op mijn fiets die producten ophalen. Dat is nu wel anders, dan moet ik echt met grote zware tassen in de weer. Ik ben er wel achter gekomen dat veel producten die ik gebruik makkelijk te bewaren zijn door het te drogen en wassen. Daarmee stop je eigenlijk het proces van eventuele rotting en dan hoef je het product ook niet meteen in iets te verwerken.’

‘Na de onderzoeksfase ga ik in een laboratorium kijken hoe je bijvoorbeeld een reststroom als koffiedik in verschillende producten kan verwerken. Ik gebruik het nu al op een manier die veelvuldig getest is, maar het lijkt me ook interessant om te weten wat ik er nog meer mee kan doen. In koffiedik zit bijvoorbeeld nog veel olie en misschien kan ik die eruit onttrekken en daar etherische olie of oogcrème met cafeïne van maken.’ 

‘Ik zou het echt mooi vinden als de grachten in de toekomst zo schoon zijn dat je er in kan zwemmen. En dat we het drugs- en vrijgezellentoerisme eigenlijk niet meer in het centrum hebben, omdat het zoveel overlast geeft. Er is echt de mogelijkheid om hier een groot groen gebied van te maken met veel meer kunst en ruimte voor culturele activiteiten en de prachtige architectuur.’

‘Tijdens het Green Light Lab was er ook al sprake van corona, maar toen heb ik eigenlijk in een vrij korte tijd de buurt heel veel zien veranderen. In het begin vermeed ik de binnenstad eigenlijk, omdat het vaak druk is en niet echt fijn is om doorheen te fietsen. Nu ben ik er erg verliefd op geworden. Het valt me op dat er nu echt een enorm buurtgevoel is ontstaan. Ik zeg daar vaker gedag dan dat ik dat in mijn eigen buurt doe. Daarnaast is het ook echt veel groener geworden. Ik zie veel meer geveltuintjes en plantenbakken. Dat vind ik wel bijzonder.’

‘Iedereen mag binnenlopen op de Oudezijds Voorburgwal 136! Daarnaast raad ik mensen ook aan om een keer een kijkje te nemen op de website van green Light District. Daar en op de Instagram staan echt al best veel simpele tips om duurzamer te leven. Elke kleine stap helpt, dus leg de lat ook niet te hoog voor jezelf.’